Veel DBMS’en ondersteunen de ISO-gestandaardiseerde versie van Structured Query Language (SQL): een taal om relationele databases te bevragen en te updaten. Samen met de Data Definition Language, om schema’s te definiëren en aan te passen, kan de inhoud van een database als een verzameling schema- en datastatements worden opgeslagen.
De taal verandert zelden, maar de verschillende aanpassingen en uitbreidingen kunnen met de software meeveranderen. Indien uitbreidingen gebruikt wordt, moet uit de documentatie blijken welke SQL-versie gebruikt is.
Het is mogelijk om in SQL te verwijzen naar niet-bestaande en/of externe data, zonder dat het bestand ongeldig wordt. Als SQL gebruikt wordt voor uitwisseling van data, moeten daarom eventuele referenties worden meegeleverd, of moet elke referentie worden vervangen door de data waaraan gerefereerd werd.
SQL is een preferred format binnen bestandsformaat Databases.